13 maart 2012, het avontuur van 8 weken gaat beginnen. De planning is om met 4 vliegetappes (zie hiernaast) weer thuis te komen.
We (Truus en Peter) starten ’s middags met de treinrit naar Schiphol waar we om iets na 21 uur met de KLM naar Singapore vertrekken, een vlucht van 12 ½ uur.
Het vliegtuig is verre van vol, Truus heeft een bank met nog 2 lege plaatsen, fijn om ’s nachts enigzings languit te pitten. Er wordt aangekondigd dat de vlucht maar 11 ½ uur zal duren, een meevaller. Slapen in een vliegtuig blijft een vervelende business al hebben we wel meer ruimte.
13-3: Amsterdam - Singapore
20-3: Singapore - Christchurch
30-4: Auckland - Hong Kong
5-5: Hong Kong - Amsterdam
Singapore - dag 1
Het vliegveld Changi doet heel vriendelijk aan, buiten bloeit alles overvloedig. Na de immigration gaan we kaartjes kopen voor de MRT (ondergrondse) die ons naar de stad moet brengen. Er is wat onduidelijkheid of we na twee stations moeten overstappen omdat het electronische aanwijsbord aangeeft dat de trein doorgaat. Overstappen! En rap er uit. Vanaf het station Bugis is het een eerste kennismaking met de ‘sauna’ (30 graden en 95% luchtvochtigheid. We zeulen de bagage naar ons hotel Fragrance Selegie aan de Selegie Road. De kamer valt meteen tegen, we kunnen er amper de koffers kwijt, er is geen kast, een dubbel bed vult vrijwel het hele vertrek en de douchekop hangt gewoon aan de muur zodat alles nat wordt als je gaat douchen. Het enige wat het goed doet is de airco. We reclameren maar kunnen pas de volgende dag een kamer met twee losse bedden krijgen.
Ondertussen is het buiten donker en gaan we de Selegie Road verkennen, ook op zoek naar winkels. Die zijn er genoeg, op elke straathoek is een shopping mall.
alles bloeit
die zijn echt nodig!
hotel Fragrance Selegie
Selegie Road
Singapore - dag 2
Na het ontbijt ruimen we de kamer en gaan op pad naar Dhoby Ghaut waar Orchard Road begint. Deze weg is een 3 km lange koopgoot waarlangs alle grote merken enorme verkooppaleizen vol glitter en glamour hebben. Al snel wordt het ook heel druk, blijkbaar zijn er genoeg mensen met een goed gevulde portemonnaie. Het ontbijt was zo machtig dat we na afloop van de wandeling nog geen trek hebben. We krijgen in het hotel de nieuwe kamer, nu wel met gescheiden bedden en zo’n 8 in plaats van 6 vierkante meter.
We gaan wat toegeven aan de jetlag door op de kamer te lezen, puzzelen enz.
Little India ligt voorbij het grote kruispunt vlak bij het hotel en daar gaan we later op de middag naar toe. 75 % van de Singaporezen is Chinees, hier zie je vooral Tamils en waan je je haast in India: de kleuren, geuren, muziek en later het eten in het restaurant aan Dunlop Street dat Tim ons had aanbevolen: alles is Indiaas.
Orchard Road
Little India
moskee
Singapore - dag 3
Was de zon gisteren maar bij vlagen te zien, vandaag is er volop zonneschijn en dus de bijbehorende warmte boven de 30 graden. We proberen uit te stippelen hoe we met de bus naar de Botanische Tuin kunnen komen, maar zelfs het hotelpersonneel komt er niet uit. Dan maar weer de MRT genomen. De tuin is prachtig maar vooral groen, weinig bloembedden. Je kunt er zelfs worden gestoken (muggen enz.) wat in de rest van de stad vanwege het insecticide-spuitbeleid onmogelijk is. Er is ook een prachtige orchideëntuin. Later op de middag wordt de hitte minder, we zitten nog enige tijd in de schaduw van een grote boom en kijken naar alle bruidsparen die daar foto’s laten maken. Vlak bij het hotel is een Koreaans restaurantje waar het altijd heel druk is, daar gaan we hotpot eten, lekker heet.
We gaan weer naar Little India om te internetten, vooral om in te checken voor de vlucht naar Nieuw Zeeland.
rare gasten struinen er rond (wel 1 meter lang)
Singapore - dag 4
Met Steven hebben we per SMS afgesproken voor morgen, hij heeft een auto georganiseerd om ons wat Singapore te laten zien waar je anders niet zo snel komt.
We lopen naar he stadscentrum, door het Fort Canning Park waar de Engelse kolonisatie is begonnen. Er staan daar prachtige koloniale gebouwen. Langs de rivier is het druk met eettentjes en andere horeca, er staan enorme wolkenkrabbers, zo tussen de 100 en 250 m hoog. Halverwege gaan de resterende jetlag en de hitte hun tol eisen en gaan we ‘huiswaarts’ via het prachtige Raffles hotel en een hindoetempel met markt voor de nodige wierook enz. Het is de bedoeling om ’s avonds nog terug te gaan naar de rivier.
We hebben echter tegen die tijd geen van beiden nog zin en gaan derhalve naar Little India om daar (weer) lekker te eten. De rest van de avond houden we het rustig.
Canning Park
aan de Singapore River
zijn hier soms Engelsen geweest ;)
tempel
Singapore - dag 5
Zoals afgesproken staan we om 11 uur bij de flat (Marina Bay Residences) van Steven die ons voor de skyline meeneemt naar de 47ste verdieping. We kletsen wat bij en worden dan per auto meegenomen naar de Dempsey Road, ooit pakhuizen, nu cafés en winkels.We gaan aan een pot bier voordat we doorrijden door wijken vol prachtige villa’s naar een natuurgebied waar de verwachte apen echter niet te zien zijn. Steven set koers naar het uitzichtspunt Mount Faber en dan naar Sentosa Island, een soort Efteling aangevuld met yachthavens, woongebieden, een kunstmatig opgespoten strand. Als ‘local’ kan Steven ons van veel informatie voorzien.
Nadat we de auto hebben gestald lopen we naar Marina Bay en gaan in het stamcafé van Steven voor nog een biertje. Ondertussen is het weer stevig gaan plenzen, we hadden onderweg ook al zo’n onweersbui gehad. Wat later kwam Stevens vriendin Chelmy ons vergezellen, een leuke kennismaking. We halen de auto weer op en gaan heerlijk Chinees eten in een restaurantje op aanbeveling van de twee. Daar nemen we afscheid, we hadden een heerljke dag met Steven en later met Chelmy, een leuk stel.
We doen nu de wandeling die we gisteren hebben laten vallen, het is gezellig druk langs de rivier en bij Marina Bay is ook nog een Sound & Light Show met lasers vanaf de ‘boot’ boven op de 3 towers. Later duiken we in Little India nog eens in het Internetcafé om wat foto’s op Picasa te zetten en te mailen.
vanuit de Marina Bay Residence
op Mount Faber
met Steven
de Quays
Sound & Light Show
Singapore - vertrek
De koffers worden in het hotel gestald en we nemen de MRT naar de stad om op de ‘boot’ boven de torens aan de Bay te gaan. We slenteren nog wat door het winkelcentrum voordat we de koffers oppikken en naar Changi Airport gaan. Het vooruitzicht van een veel koeler Nieuw Zeeland is prettig, door de drukkende hitte hebben we in Singapore toch minder ‘gedaan’ dat we dachten.
Zoals de hele stad is ook het vliegveld prefect geregeld en vertrekken we voor een vlucht van 10 uur naar Christchurch. Het vliegtuig is niet druk zodat we deze keer allebei een volledige bank ter beschikking hebben om te gaan liggen.
Marina Bay
aankomst Nieuw-Zeeland
Na 9 uur vliegen vanuit Singapore verwelkomt Nieuw Zeeland ons met een prachtig uitzicht op de zonovergoten Southern Alps voordat we de wolken boven de ‘plains’ induiken om in Christchurch te landen. We laten ons op het vliegveld oppikken en krijgen een snelle uitleg van onze motorvan, ons huis voor de komende 6 weken.
Later blijken we toch redelijk suf te zijn geweest omdat de helft van de uitleg zowat langs ons heen ging. De rit naar het Amber Motorhome Park aan de Blenheim Avenue is een eerste kennismaking met het 6 m lange gevaarte (maar het venijn zit niet in de lengte maar de hoogte) en een hernieuwde kennismaking met links verkeer.
Ook op de camping blijkt dat de Nieuw Zeelanders van kletsen houden. We installeren ons en proberen de functies van het ding een voor een te achterhalen.
We doen een kort ritje naar de supermarkt maar komen niet verder dan het parkeerterrein. We krijgen de camper niet op slot, wel laten we een aantal keren het alarm van de camper afgaan. In de spits rijden we weer naar het verhuurbedrijf (sluit om 5 uur) voor uitleg. Nu kunnen we gerust boodschappen doen, dat blijkt allemaal vrij prijzig te zijn.
’s Avonds merken we dat we beddengoed hebben voor een tweepersoons bed terwijl we in een twin opstelling willen slapen, de nacht is heel koud en het is behelpen.
Christchurch
Na een heerlijke douche gaan we weer naar het verhuurbedrijf en worden nu van het nodige beddengoed voorzien. Tevreden stallen we de camper op de camping en nemen de bus naar het centrum. Eerst lopen we door de botanische tuin, een prachtig oud park vol met enorme bomen en kleurrijke bloembedden. De zon schijnt en het is heerlijk weer.
Dan gaan we richting binnenstad om te zien wat er na de aardbeving van vorig jaar nog over is. Het is schokkerend: de binnenstad is volledig afgezet, alle gebouwen staan leeg en worden één voor één afgebroken. Behalve de slopers is er niemand te zien, het is bijna spookachtig. We lopen langs de afzetting om de hele binnenstad heen, Christchurch is zijn hart kwijt geraakt. Op een braakliggend stuk zijn 187 verschillende wit geverfde stoelen op 187 vierkante meter neergezet, voor elk slachtoffer van de aardbeving één, heel indrukwekkend.
Op de terugweg duiken we nog wat winkels in. Op de camping maken we gebruik van de aanwezige keuken voor een biefstukje met rijst en rauwkost.
’s Nachts kunnen we heerlijk genieten we van het ruime beddengoed en luisteren naar de regen op het dak.
botanische tuin
ex Crown Plaza Hotel
ex Worcester Street
monument voor de slachtoffers van de aardbeving
naar Mount Hutt
Vlak bij de camping is een enorm winkelcentrum. Er is een Pak ’n Save, wat goedkoper dan Countdown en er wordt het een en ander ingeslagen. Via Belfast in het noorden gaan we naar Oxford. Met een omtrek gaat het richting zuiden over de SH 72, de “Scenic Inland Road”. De drukte van de stad wordt verruild voorbijna lege, lange rechte wegen door boerenland. De miezerregen van vanochtend wordt opgevolgd door een heerlijk zonnetje en we genieten van het rustige rijden en pauzeren langs de weg wanneer je er zin in hebt, een kop thee of koffie is dan gauw gezet.
We kijken wat rond bij de Rakaia Gorge met een visser midden in het water, het is daar ook “Salmon City”. Verderop liggen de uitlopers van de Southern Alps in de zon te schitteren.
Voorbij Mount Hutt ligt er afzijds van de weg een ‘Rest Area’, we pakken onze stoelen en het tafeltje uit en zitten lekker in de zon. Het is er prachtig rustig en we besluiten daar te blijven. Wat achter op het terrein is een leuk plek en daar zetten we de camper neer voor de nacht. Het gaat weer wat regenen en blijft de hele nacht druppelen op het dak van de camper.
Rakaia Gorge
naar Lake Tekapo
Redelijk uitgeslapen beginnen we aan de tocht door zuidelijk Canterbury, al is de route minder ‘scenic’ dan gisteren, er is een laaghangend wolkendek.
In het aardige plaatsje Geraldine stoppen we bij de bieb om te internetten.
De weg begint te klimmen en we stoppen bij een uitzichtpunt voor de lunch. Het uitzicht is echter niet zo bijzonder vanwege de wolken. De weg daalt naar Fairlie om daarna weer te klimmen naar Burke’s Pass. Nadat we over de pas zijn is de bewolking helemaal weg en schijnt volop de zon. Even verderop ligt Lake Tekapo aan het meer met dezelfde naam. Het turkoise water weerspiegelt de Alpen in de verte en de heuvels nabij. We slaan een weg langs het water in en komen bij een recreatieterrein. Navraag leert dat we hier niet mogen kamperen (dat kost dan $ 200 boete), het wordt ons ook afgeraden door te rijden naar de volgende stop bij Twizel omdat er dit weekend kanowedstrijden worden gehouden en het er behoorlijk druk zou zijn. We besluiten dan maar de plaatselijke camping op te zoeken. Het is heerlijk warm buiten en we maken een wandeling langs het meer.
Lonely Planet zegt over Lake Tekapo: “…has top-notch stargazing, and the area is known as one of the finest spots on the planet to explore the heavens”. We hebben het gecontroleerd en het klopt, zelfs met de straatverlichting is de melkweg te zien, in het donker is het een onvergetelijk bijna mystiek schouwspel!
foto's, foto's ...
Lake Tekapo
ontzettend blauw
en helder water
Mount Cook en Lindis Pass
Mount Cook en Lindis PassPeter is flink door de muggen te grazen genomen en rijdt al krabbend naar de Lake Pukaki. Deze is even turkoois als Lake Tekapo. Langs de oever gaat de weg noordwaarts de bergen in. Naarmate we verder komen wordt de zon vervangen door bewolking en tegen de tijd dat we in het ‘dorp’ Mount Cook zijn valt de regen met bakken omlaag. De meteo in het informatiecentrum is duidelijk, pas over enkele dagen zal het weer duidelijk beter zijn. Het prachtige uitzicht op de Southern Alps met als hoogste berg de Mt.Cook blijft voor ons verborgen.
We nemen de weg terug richting Twizel, als de regen weer wat meer door wolken en zon wordt vervangen gaan we picknicken. De route gaat nu voorbij Twizel langzaam de hoge bergen uit. We rijden door voornamelijk boerenland met her en der een hoeve maar geen dorpen. Namen als Omarama die op elke kaart van Nieuw Zeeland staan, zijn niet meer dan een splitsing van wegen, een pomp, een winkeltje en een motel met daar omheen nog wat huizen. De weg gaat weer meer bergachtig terrein opzoeken en de zon verdwijnt achter wolken en het begint opnieuw flink te regenen.
We zien een aardige picknickplaats en besluiten daar te overnachten. Er staat al een auto met twee jongens er in, die zoals later blijkt daar ook blijven slapen.
lake Pukaki
Mount Cook ?
lake Pukaki: half regen half zon
naar Dunedin
's Ochtends is het fris en na het ontbijt gaan we op pad naar de zon, die het dal waar we overnachtten nog niet bereikt. We rijden langs mooie picknickplekken bij de Lake Dunstan, een stuwmeer, nemen een kijkje in Cromwell en vullen de tank met een lading diesel. Het volgende grotere plaatsje is Alexandra, verder zijn de namen op de kaart weer piepkleine dorpjes. Bij gebrek aan beter kiezen we en oprit als picknickplaats.
Het weer is bewolkt met redelijk wat zon en veel dagjesmensen zoeken op deze zondag de Otago Central Rail Trail op, een opgedoekte spoorlijn die tot fietspad (onverhard!) is omgetoverd, de oude bruggetjes en tunnels zijn dan ook gewoon in gebruik. Het landschap wordt steeds leger en ruwer. De enige bewoners die we zien zijn koeien, schapen en reeën (geen wilde maar kuddes die door boeren worden gehouden).
We zoeken een overnachtingsplaats vergelijkbaar met die van gisteren, de enige picknickplek die we vinden bevalt ons echter niet, dus rijden we maar door. In de verte wordt de lucht pikkedonker en wat later valt weer enorm veel regen met hagel.
Bij gebrek aan alternatieven besluiten we in Dunedin de camping op zoeken, waar we na wat boodschappen om de hoek uitgebreid de faciliteiten zoals stroom en de keuken gebruiken.
Dunedin
We laten de camper achter en gaan te voet de stad verkennen. Eerst naar de bieb om te internetten – gesloten. We merken op dat ook een aantal winkels dicht zijn, blijkt het een plaatselijke (voor de provincie Otago) feestdag te zijn.
We bekijken de omgeving van het centrum, een achthoekig plein dat dus Octagon heet. Er zijn veel Art Deco gebouwen, het bekendste gebouw echter is het station. Veel details zoals de ijzeren overkapping, de versierde loketten, mozaïekvloeren en glas-in-lood ramen zijn te bewonderen.
We vragen de weg naar de plaatselijke Pak’n’Save, zo een reusachtige supermarkt waar we een en ander inslaan.
De weg gaat naar de Otago Peninsula tegenover de stad zelf en voert ons steeds langs de kustlijn. Plaatsen als Portobello maken hun naam waar en we gaan een tijd op onze campingstoelen aan de kust zitten. Bij Taiaroa Head is een vuurtoren een loopt de weg dood. We gaan terug naar Dunedin en zoeken weer de kustlijn op. De weg komt uit op de Southern Scenic Tourism Route die weg de volgende dagen willen volgen.
Voorbij Taieri Mouth gaat de route naar de SH1 (State Highway 1). Net voordat we hierop uitkomen nodigt ons een leuke plek uit om daar voor de nacht te blijven staan.
Op het grasveld staan leuke bankjes, er is een wc en er lopen zelfs kippen (!) rond.
Helaas kan de auto het gras niet op, en moet op de toerit blijven.
Stuart Street
het meeste gefotografeerde gebouw in NZ
Dunedin Peninsula
naar Southland
Na een koude nacht verwelkomt ons op de SH1 de zon afgewisseld door mistbanken, een leuke start. In Balclutha wachten we tot om 10 uur de bieb opengaat en doen we een rondje internetten.
De route gaat via Kaka Point naar Nugget Point. Er is een wandeling naar de vuurtoren met een spectaculair uitzocht en op de terugweg zien we ook nog een zeehondje poedelen. De gele pinguins bij Sandy Bay zijn er niet, we gaan er wel koffie drinken.
De toeristenroute gaat nu door de Cathlins, een heuvelachtig gebied met dichte bossen, afwisselend rotskust en zandstranden. Op de kaart staat een ‘informal campsite’ aangegeven in Curio Bay. Dit is echter een gewone camping die wel leuk vlak bij de kust ligt. We gaan eerst kijken bij het Petrified Forest, versteende boomstammen die in de rotsen van de kust liggen. De pinguins die daar moeten leven laten zich echter niet zien (Yellow Eye Penguins).
We gaan verder en vinden in Quarry Hills (3 huizen) een parkeerplek. Als we de camper zo willen manoevreren dat hij recht staat gaan we over een verstopte rotsblok heen met het gevolg dat de bodemafdekking van de motor half onderuit ligt en een snaar heeft doorklieft.
Er zit niets anders op dan hopen dat het niet om de V-snaar gaat en we rijden door naar Tokanui. Daar is een garage waar men de afdekking los haalt, de riem van de airco die zich er omheen had gedraaid er uit haalt en Alpha Campers belt. We kunnen de auto de volgende dag in Invercargill naar een garage brengen. We zijn nu blij dat we geen eigen risico hebben. We gaan weer terug naar de plek van het onheil waar we (ver weg van het rotsblok!) overnachten.
bij Kaka Point
tussen Kaka Point en Nugget Point
bij Nugget Point
de schade
Invercargill
Nadat het ’s nachts had geregend schijnt ’s ochtends weer de zon. Een bijzondere dag die wel wat zon verdient: Truus is jarig.
We geven de auto in Invercargill bij de garage af en wandelen de stad in. Er is een winkel die bij nader inzien uit 3 winkels bestaat: cadeau-artikelen, gereedschap en campingbenodigdheden. Alle winkels zijn een half museum vol oude auto’s en motoren.
In de bieb kunnen we weer even (30 minuten limiet) internetten, daarna bekijken we de Art Deco gebouwen. De stad is relatief klein (50.000 inwoners), het is er heel rustig, het geheel doet wel wat shabby aan. Er is een prachtig park (daar zijn ze dan ook heel trots op) en na die wandeling is het tijd op de camper op te halen.
Voorlopig is het hier de laatste Pak’n’Save, we doen er uitgebreid boodschappen en vullen de dieseltank. We hadden al een (Kiwi)camping uitgezocht, net ten noorden van de stad in Lorneville. Het is een leuke camping, heel rustig, de eigenaar komt zelfs scharreleieren brengen. We gaan er eerst uitgebreid douchen, het is grote wasdag en later wordt in de keuken een biefstuk klaargemaakt. Wat hebben ze hier toch lekker vlees! De zon schijnt lekker warm en we genieten op ons zitje naast de camper.
We hadden gezien dat de weersverwachting voor de komende dagen goed is en boeken bij de camping een dagtocht op de Doubtful Sound. Bij elkaar wel een heel bedrag (€ 300) maar men zegt dat het schitterend moet zijn.
Invercargill
ooit Grand Hotel
naar de Great Lakes
Bij de plaatselijke slijter wordt nog wat wijn ingeslagen en we gaan de Scenic Route vervolgen. In de verte gaan de wolken vanuit de bergen omhoog, wij rijden al in een mooi ochtendzonnetje. Hoe verder we van Invercargill komen hoe rustiger het op de weg wordt en hoe meer schapen er op de weilanden staan. Ze zijn onlangs nog geschoren.
De weg voert langs de kust en gunt een blik op Stewart Island in de verte voordat we de heuvels in rijden. We houden een koffiepauze voorbij Tuatapere en wandelen daarna over het plaatselijke kerkhof aan de overkant van de weg. Dit kerkhof ligt midden tussen de weilanden en wel zo’n 5 km van het dorp vandaan. De enige levende ziel die we daar tegenkomen is een haan. De bergen in de verte worden steeds hoger en de begroeiing langs de weg wat meer alpien.
Op een parkeerplaats laten we twee fietsers schrikken die daar liggen uit te rusten, zelf zetten we daar de camper voor de nacht neer. We pakken de stoelen en gaan lekker in de zon zitten. Peter smikkelt `s avonds NZ lamsvlees.
De weg er langs wordt steeds rustiger (ongeveer 1 auto per uur) en we kunnen er heerlijk slapen.
Stewart Island
kerkhof met haan
overnachtingsplaats
Doubtful Sound
De wekker gaat om 7 uur en na het ontbijtritueel waaronder bedden omtoveren tot zitplekken gaan we op pad naar Manapouri. We worden aangesproken door een van de jongens van de boten en gaan in een wat kleiner boot zitten. Terwijl we naar een veel groter boot kijken komt die jongen weer: “sorry, wrong boat”, dus op na die grote boot.
Eerst gaan we zo’n uurtje over Lake Manapouri varen. De bewolking langs de flanken van de bergen begint op te stijgen en de zon gaat flink schijnen. De kapitein geeft uitleg maar is vanwege zijn verschrikkelijk zware NZ (spreek uit “Njoezillen”) accent maar half te volgen.
In West Arm stappen we over op een bus, de uitleg van de chauffeur is gelukkig beter te verstaan en hij brengt ons over de Wilmot Pass naar Deep Cove, aan de Doubtful Sound. Het is een schitterende omgeving met immergroene heuvels, dicht begroeid, een echt oerwoud. De toppen torenen boven het water uit en alles wordt door de zon overgoten. Dit landschap is vrijwel ontoegankelijk voor de mens en heel oorspronkelijk. Plotseling komt een groep dolfijnen langs en als of ze weten wat we verwachten gaan ze springen! Daar waar Doubtful Sound overgaat in de Tazman Sea zijn rotsen waar NZ seals liggen te zonnen en albatrossen cirkelen. Met kleine omweggetjes gaat de boot terug naar Deep Cove, de enige bewoonde plek, onderweg zet de kapitein alles stil (motor, aggregaten en opvarenden) om ons een aantal minuten van het geluid van de fjord te laten genieten.
De bus rijdt ons op de weg naar West Arm eerst de 2 km lange tunnel in die naar de West Arm Power Station leidt. Diep onder de berg zien we de 7 reusachtige turbines, althans de bovenkant en krijgen we uitleg over dit wonder van techniek en ingenieurs.
Na het zien van de Doubtful Sound is de terugweg over de Lake Manapouri minder spektaculair. We hebben een geweldige dag gehad.
Onderweg naar Te Anau laat zich geen wildkampeerplek zien zodat we in het plaatsje de camping opzoeken.
op Lake Manapouri
zicht vanaf Wilmot Pass op de Doubtful Sound
Doubtful Sound
dolfijnen
zeehonden
West Arm Power Station
Milford Sound
Bij het opstaan is de lucht betrokken, met veel laaghangende wolken. Gisteren was de start ook minder en het weer later op de dag schitterend. We gaan dus gewoon op pad naar de Milford Sound, het mindere broertje van de Doubtful Sound. Eerst echter vereren we de plaatselijke supermarkt met ons bezoek, met als buit o.a. lekker donker brood. In de bieb kunnen we wireless internetten, dus met de eigen pc en maken we contact met Bart en Tim via Skype. Ondanks de trage verbinding is dit even leuk. Het verslag en de foto’s worden geüpload.
SH94 gaat van Te Anau tot aan Milford Sound, einde reis, d.w.z. dezelfde weg weer terug. De mist her en der gaat wat optrekken en de zon komt te voorschijn. De weg duikt het Fiordland National Park in en geeft de nodige vergezichten op de hoge toppen die echter veelvuldig door wolken worden verhangen. We zien een prachtig landschap vol bossen, meren en vennen, komen voorbij de waterscheiding (The Devide) en wachten even tot we door de Homer Tunnel mogen. Ondanks de bewolking is het bij de haven van Milford Sound een mooi uitzicht op de prachtige fjord. Hier is het heel wat toeristischer dan bij de Doubtful Sound, met 40 parkeerhavens voor bussen die vooral veel Chinezen aanvoeren.
Op de terugweg lopen we naar een waterval, de ‘Chasm’ die rare rotsformaties heeft uitgeslepen. Het pad gaat door regenwoud vol vreemdsoortige bomen, varens en mossen die ook de bomen bedekken. Op de heenweg hadden we al prachtige kampeerplekken gezien. Nu doen we de kampeerplaats bij Cascade Creek aan. Er is een wc-gebouw, waterkraan en een metalen doos waarin de registratie en de verschuldige 5 dollar de man gaan. We hebben een mooie plek half onder de bomen.
ingang van de Homer Tunnel
Milford Sound
regenwoud
bij The Divide
richting Queenstown
De ochtend van deze 1 april verwelkomt ons met mistflarden op de grond en zon op de heuvels. De rit terug naar Te Anau bevestigt ons vermoeden, het wordt een stralende dag.
De Mirror Lakes doen hun naam eer aan en spiegelen prachtig de omliggende bergen.
In Te Anau gaat het nog eens langs de supermarkt, vanwege het brood en langs de pomp voor motorolie. Zo voorzien rijden we richting Mossburn. Aan de ene kant de Takitimu Mountains en de andere kant de Eyre Mountains gaat het door een landelijk en soms verlaten landschap. Op de zonnige zondag is het druk op de weg (voor NZ begrippen), veel mensen met bootjes, crossmotoren, fietsen enz.
Bij Five Rivers komen we op de SH6 richting Queenstown. Vanaf nu gaat het dus noordwaarts. Ergens langs deze weg is een mooie rustplaats waar we de camper tussen de bomen kunnen parkeren en onszelf op de stoeltjes in de zon. Het is nog vroeg in de middag en we gaan de rest van de dag genieten van het mooie weer – lezen, puzzelen, kletsen. We verbazen ons dat we op deze mooie plek de enige zijn die er willen overnachten. Was het de hele middag en avond redelijk druk op de SH6, na het vallen van de duisternis wordt het heel stil, er komt vrijwel geen auto meer langs. Niet zo vreemd, want wat moet je hier ’s avonds in ‘the middle of nowhere’? Correctie: kijken naar de sterren! Ondanks de felle (maar halfvolle) maan zie je ongeloofelijk veel sterren en een schitterende melkweg. Peter ziet zelfs (eindelijk) het Zuiderkruis.
ochtend op onze 'camping'
een van de Mirror Lakes
de picknickplek en later 'camping'
in de verte The Remarkables
Queenstown en Wanaka
Weer een zonovergoten dag! Langs de Lake Wakatipu met mooie vergezichten doorkruisen we Queenstown. De eerste indruk bevestigt wat we al vreesden: druk en supertoeristisch. We nemen koffie en worteltaart (op een picknickbankje van een park langs het oever) heerlijk in de zon en starten dan voor de route naar Glenorchy. De weg langs het meer is buitengewoon mooi met steeds zicht op de sneeuwbedekte toppen in de Mount Aspiring NP. Voorbij de brug over de Dart River hebben we de keus uit een kampeerplek gevonden door Peter (thuis op Google Earth) of uit het plaatsje Kinloch, advies van Put. Gezien het tijdstip (11 uur) en de lage stand van de benzinemeter (eh dieselmeter) kiezen we voor doorgaan en dus eerst terug rijden naar Queenstown. Daar wordt de tank gevuld, de gastank van LPG voorzien.
We rijden naar Arrowtown. Dit is een voormalig goudzoekersstadje waar de oorspronkelijk huizen in hun stijl behouden zijn gebleven. Het is ook hier toeristisch druk maar toch blijft het aardig. Het stadje heeft wel wat van een Wild West stadje uit een Western. In de plaatselijke dumpstation lozen we de inhoud van de afvalwatertank (grey water) en het chemisch toilet, vullen we de watertank met water zonder chloor en zijn dus weer tiptop voorzien.
De Crown Range Road via het wintersportplaatsje Cardrona kent heel wat serpentines maar geeft mooi vergezichten en en prachtig landschap als beloning.
In Wanaka komen we bij het gelijknamige meer, ook hier is het nogal toeristisch. Na de supermarkt gaat het richting West Coast. Lake Hawea ligt in een prachtig landschap omzoomd door de pieken van de Southern Alps. Een ‘gravel road’ van 6 km (wat een stof zeg!) brengt ons naar een kampeerplaats (“Kidds Bush”) van DOC, wat staat voor Department of Conservation, vergelijkbaar met de plek van eergisteren, maar nu pal langs het meer.
ochtend aan de Lake Wakatipu
picknick in Queenstown
naar Glenorchy (Lord of the Rings country)
in Glenorchy
Arrowtown
Crown Range
ontmoeting met een roofvogel
naar de Glaciers
Onze derde week in NZ begint weer met stralende zonneschijn. Nadat we op de gravel road terug naar SH6 loslopende schapen en koeien hebben getrotseerd gaan we omhoog naar de Haast pas. Om ons heen steeds weer mooie doorkijken naar besneeuwde toppen. Na de pas verandert de vegetatie in het voor de Westkust typische regenwoud waarmee we bij Milford Sound al kennis hadden gemaakt.
We stoppen om naar de Thunder Creek Falls te kijken. Aan het einde van een prachtig berglandschap wordt de weg opeens vlak en zijn we in Haast, weer zo’n handvol huizen.
Eerst volgt de weg de kust en is er een stop bij Ship Creek en lopen we naar de kust. Een wandeling door een moerasgebied laten we achterwege, we worden zo al behoorlijk verveeld door de stekende ‘sand flies’. We ontvluchten de parkeerplaats die opeens overspoeld wordt door toeristen, voornamelijk Chinezen en gaan door noordwaarts. De rit gaat door bergachtig terrein, dan weer door wat vlakkere stukken maar steeds door de regenbossen. Af en toe mogen we een glimp opvangen van het Mt.Cook massief voordat we in Fox Glacier een camping aandoen. We doen het bekende riedeltje: douchen, de was, alles opladen. We gaan met dit prachtige weer naar de parkeerplaats van de Fox Glacier en lopen het pad tot aan het gletsjereinde. De gletsjer valt een beetje tegen, je ziet maar een deel en het ding is meer grijs en zwart dan het verwachte wit.
We rijden naar de Lake Matheson en lopen door de bossen naar een ‘View of views’: een prachtig uitzicht op het koppel Mt.Cook en Mt.Tasman spiegelend in het water van het meer. Dit uitzicht staat op posters en zelfs een postzegel, en terecht!
Op de camping zitten we nog enige tijd in de lekkere avondzon.
Lake Hewea 's ochtends
Ship Creek - de Tasmaanse Zee
in de verte Mount Cook
de gletsjer van Mount Cook
view of views: Mt.Cook en Mt.Tasman
Mount Cook
naar Greymouth
Vanochtend schijnt weer volop de zon. Een slechte een heel bochtige weg schudt onze camper flink zodat de laden eruit schuiven, klepjes open vliegen en de inhoud verspreid wordt. We binden de boel vast en komen verder goed in Franz-Josef Glacier aan. We gaan meteen door naar de parkeerplaats en wandelen naar de gletsjer. Hier kun je minder dichtbij komen en net als de Fox Glacier vinden we het geen beauty.
Blij om het toeristische FJG te verlaten gaan we op pad door de regenwouden afgewisseld met vlakke stukken waar rivieren doorheen lopen en er veeweiden zijn.
Bij de mooi gelegen Lake Mapourika houden we een koffiepauze. Voorbij Harihari en net voor Ross is er een mooie plek bij een monument. We klappen onze stoelen uit en voor ons liggen de sneeuwoverdekte toppen van Mt.Cook en familie en rechts van ons de kust van de Tasmanzee. De zon schijnt flink en het is zo warm dat we wat schaduw opzoeken. Later in de middag gaan we weer verder om in de buurt van Hokitika een plek voor de nacht te vinden. Hokitika is net als veel NZ plaatsen wat onaanzienlijk, maar met een aparte klokkentoren midden op het kruispunt. Langs de SH6 zijn wel veel B&B’s en motels maar weinig rustplaatsen. Er was een DOC camping bij Lake Mahinapua maar die was voor wild camperen eigenlijk ‘te mooi’. Vol hoop op een plek rijden we door tot we in Greymouth aangekomen op de plaatselijke Kiwi-camping gaan staan. Zo ver wilden we eigenlijk niet rijden.
De camping ligt pal aan het strand en we nemen een kijkje om later nog eens terug te komen voor de zonsondergang. Volgens de gids zijn hier mee de mooiste ‘sundowns’ in de hele wereld te zien. Prachtig is vooral dat in het zuiden duidelijk het Mt.Cook massief is te zien dat in een roze kleur wordt gehuld nadat de zon is verdwenen.
Franz-Jozef-Gletsjer
Lake Mapourika
picknickplek bij het monument
tot voorbij Westport
In Greymouth doen we de nodige dingen: tanken, boodschappen bij de (grote) Greenchoice en internetten in de bieb. Daarna gaan we op pad richting Westport. In Punakaiki bekijken we de Pancake Rocks. De zee heeft ze behoorlijk geërodeerd en we horen het donderende geluid als de lucht wordt samengeperst door de binnenstromende golven.
We verlaten de SH6 voor de Wilsons Lead Road die naar de ‘Clyppygen Hoek’ volgens Tasman of zoals het daar nu heet: Cape Foulwind. Ondertussen sukkelen we zo’n 3 kwartier achter een kudde koeien aan die door de boer en zijn honden met meer of minder succes worden vooruit gejaagd. Uiteindelijk lopen we naar de vuurtoren voor een goed uitzicht. We rijden door Westport heen op de SH67 noordwaarts en proberen al vast een overnachtingsplek te spotten. Dat valt eerst nog niet mee maar uiteindelijk is er een wat beschutte plek met aan de ene kant de weg en de andere kant een klip. We zetten de stoelen uit, weerstaan de sand flies en genieten van de strandplek alleen voor ons twee.
Na een prachtige zondsondergang is er weinig ruimte voor sterren, die worden overstraald door de bijna volle maan. Peter fotografeert die maan uit de hand (voor de fotografen: 36x zoom f 8 met 1/500 !).
Pancake Rocks
Cape Foulwind
Kahurangi NP
Terwijl de vloed tegen de klip onder ons beukt gaan we verder noordwaarts naar Karamea en van daar uit door totdat de asfaltweg en zandweg wordt en tenslotte ophoudt. Er is hier een camping/picknickplek genaamd Kohaiha waar de onder trackers beroemde Heaphy Track begint. Wij gaan over de hangbrug van de Kohaihai River en volgen een mooie wandelroute, de Nikau Track genaamd naar de nikau palms kijken. De uitbreiding (Scott’s Track) laten we echter zitten, het pad is grotendeels overstroomd.
Op deze plek ‘einde van de wereld’ gaan we lunchen en doen dan op ons gemak de terugweg. De weg is heel verlaten, heel af en toe komt is er een tegenligger.
We overnachten weer op onze heerlijke plek aan zee. Eerst nemen we nog een kijkje op de rotsen die bij vloed helemaal onderlopen en daarom ook overwoekerd zijn door joekels van mosselen. Was de afdaling al niet gemakkelijk, met behulp van stokken komen we de klip ook weer op.
Over joekels gesproken, ook groente is in NZ vaak enorm groot zoals 4 x zo dikke prei en spruiten zo groot als kleine appelen.
Kohaihai Bridge
Nikau palmen
'onze' plek aan zee
verder noordwaarts
Gisteren (Goede Vrijdag) was alles dicht, ook morgen (Paaszondag) is alles gesloten, dus iedereen en ook wij doen boodschappen. In Westport is een grote supermarkt waar we e.e.a. inslaan. Het prijsniveau van winkelen is vergelijkbaar tot vaak (veel) duurder dan thuis, alleen vlees is relatief goedkoop. Ook Diesel is alleszins betaalbar, zo’n EUR 1,06 per liter. De keuze in de winkels is vaak groot maar dan meer van hetzelfde. Er is weinig variatie aan beleg: ham, salami of kaas, waarbij we vooral Colby kaas lekker vinden. De NZ wijn is lekker maar de prijzen beginnen bij EUR 5 à 6 de fles, gemiddeld doet de fles EUR 10. Bier is belachelijk duur, 0,33 l kost bijna EUR 1,50! Aan de kassa moet de cassière alles voor je op een logische manier in plastic zakken laden, voor alkohol moet de kassa met een sleutel worden geactiveerd, sigaretten liggen achter slot en grendel.
Er zijn nog meer NZ bijzonderheden zoals de bruggen die meestal maar een rijbaan hebben, voorrang wordt met borden geregeld. In het algemeen rijdt men het gedisciplineerd en vriendelijk, zoals men ook in het dagelijkse leven met elkaar omgaat.
Opmerkelijk is verder de grote dichtheid aan openbare toiletten die overal met borden worden aangegeven, in het algemeen heel schoon zijn en zelfs voorzien van wc-papier.
De route voor vandaag was aardig, loopt door het gebergte maar is niet spectaculair. We volgen vanaf Wesport de SH6, komen door Murchison en bij de aftakking van de SH63 is een leuke recreatieterrein waar we ons voor de nacht installeren. Helaas wordt het buiten zitten door de sand flies vergald, die krengen zijn lastig, de steken blijven dagenlang jeuken. Je zou bijna willen dat er in plaats van sand flies muggen waren, die zijn niet zo talrijk, je hoort ze vaak en ze reageren beter op DEET.
bij Murchison
Motueka Valley
Zo tussen de bergen wordt het ’s nacht wat frisjes, maar de zon ’s ochtends laat dit snel vergeten. Op deze Paaszondag verlaten we Kahatiri Junction en na korte tijd doen we een uitkijkpunt aan. Bij Kohatu verlaten we SH6 en volgen de weg door de Motueka Valley. In Tapawera ontdekken we een Dump Station waar we ons ontdoen van de afvalwateren en vers water tanken. We ontdekken langs de weg een leuk groot recreatieterrein in de buurt van de Motueka River waar volop overnacht wordt. We besluiten de koffiestop te verlengen tot de volgende ochtend en het relatief drukke Paasverkeer te laten voor wat het is. We zitten lekker in de zon, (nog) geen sand flies, wel enkele hommels die Truus urenlang vervelen. Met de ‘buurvrouw’ doen we aan de lievelingsbezigheid van alle Kiwi’s: kletsen. We komen nog zo een en ander te weten, altijd handig zo’n ‘local’. De dag verdoen we met lezen, puzzelen, het voorbij komende verkeer en de nieuwkomers op het terrein te bekijken. Als de zon onder is gegaan, tussen de heuvels is dat al vroeg, wordt het kouder en moeten we naar binnen.
Tasman County
Op de tweede Paasdag is het bijna business as usual. Omdat we al vroeg zijn vertrokken hebben we een rustige rit naar Motueka. Daar is weer een supermarkt (New World) waar we op ons gemak wat inslaan. Bij de plaatselijke i-site, wat we thuis een VVV noemen, boeken we de overtocht naar het noordereiland voor zaterdag, vertrek 14.00 uur.
Net voorbij Motueka is een afslag naar Kaiteriteri en naar een slingerende bergweg komen we aan de kust tegen het Abel Tasman NP aan. Het is er druk met dagjesmensen, het is dan ook heerlijk warm weer. Net terug op SH60 slaan we weer af naar Marahau, een vergelijkbaar plaatsje aan de Tasman Bay, maar minder om te baden, hier gaat het om boten.
Zijn we net klaar met slingerweg terug naar de SH60, begint het te stijgen en dus te slingeren, de aanloop naar de beruchte Takaka Hill. Omdat we op de radio horen dat het mogelijk dinsdag minder weer is en de was gedaan wil worden besluiten we vandaag weer eens een camping aan te doen. De campsite in Tanaka vinden we na eerst te hebben geïnformeerd bij een pomp en tenslotte de i-site. Het is een wat vreemde camping verstopt achter een woonhuis, eigenlijk een soort diepe tuin. Er is verder wel alles oké. De was krijgt een beurt en wij genieten van de douche en het buiten in de zon zitten, zolang het kan.
op Takaka Hill
een i-site
tot Farewell Spit
We gaan lekker buiten in de zon ontbijten, eitje en geroosterd brood. Opeens is het gedaan met het roosteren, onze 220V voorziening in de camper doet het niet meer. We gaan op zoek naar de zekering, die is goed verstopt en wordt niet gevonden. Dan toch meer eerst op pad, vlak bij is de Wainui Bay met een uitzichtspunt, er is daar ook het Abel Tasman Memorial. Terug in Takaka wordt er getankt, afvalwater geloosd en de SH60 noordwaarts op gedraaid. Naar mate we dichter bij Collingwood komen wordt het bos weer echt regenwoud en de daarvoor nodige regen hangt in de bergen, wat ook een mooie regenboog oplevert. Het blijft aan de kust zonnig en warm als we laatste meters op een gravel road naar Puponga rijden. We klimmen op een uitzichtspunt in de schapenwei en zien in de verte Farewell Spit, een 35 km lange duinenrij die als een pin de oceaan in gaat. Het is een bekend vogel- en natuurreservaat en maar beperkt toegankelijk. Na de lunch gaan we weer de SH60 terug langs de zogenaamde Gold Bay, voorbij Takaka. We hadden op de heenweg bij een brug een mooie picknickplaats gezien, daar willen we overnachten. “No camping – no overnight stay” op een bord maakt dat we er alleen pauzeren en dan weer over de Takaka Hill richting Motueka en verder naar Nelson gaan. Bij Kina is een afsteker van de SH60 naar de Ruby Bay, daar ligt een recreatieterrein aan zee waar we voor 6 dollar de man mogen staan.
Wainui Bay
uitzichtspunt bij Farewell Spit
recreatieterrein aan de Ruby Bay
naar Nelson
We worden door regendruppels gewekt. We stoppen bij een telefooncel om Alpha Campers te bellen. Ik krijg zelfs een Nederlandse helpdienstmedewerkster aan de lijn en die weet te achterhalen waar de zekering zit: onder de stoel voor de 3e persoon. Snel is de zekering in de goede stand gezet en rijden we door naar Richmond. Dit is een bedrijvig en aardig stadje onder de rook van Nelson. Ze hebben er zelfs een Pak’n’Save die we uiteraard niet overslaan. Het blijft overzichtelijk in de NZ plaatsen: in de hoofstraat ligt de Library waar we kunnen wifi’en. Peter denkt een sluiproute te nemen om de drukke SH6 te ontwijken en we komen in een industrieterrein uit bij .. en dump station. We legen meteen de watertank in de afwalwatertank en vullen met vers water, Truus had geproefd, hier geen chloor in het water. Via de goede sluiproute rijden we door naar Nelson en gaan naar de plaatselijke Kiwi Camping. Na ons te hebben geïnstalleerd en geconstateerd dat de stroomvoorziening weer op orde was gingen we naar de stad, en wel naar de Warehouse. Een enorme rare winkel waar ze van alles verkopen net als in een warenhuis maar dan eenvoudiger met enorme voorraadrekken en alles door elkaar in één grote hal. We hadden van Alpha Campers toestemming om onze kapotte tuinstoelen daar te vervangen, dus twee nieuwe exemplaren gekocht, kosten Alpha.
De regen weerhoudt ons van een uitgebreider stadsbezoek (Queens Gardens), dus we doen het maar per auto en stappen alleen in South Street uit waar nog huisjes uit 1860 staan. That’s it, we gaan terug naar de camping om onder andere dit verslag te tikken.
Het gaat behoorlijk hard regenen en ook ’s nachts tikt het op het dak. Dan zijn wel de vliegtuigen stil die naast de camping landen en opstijgen.
dump station
South Street in Nelson
Marlborough Sounds
Het eerste vliegtuig van 6.45 uur wekt ons, maar de regen is gestopt. We gaan nu naar de alcoholvrije Queens Gardens, een klein maar schitterend park. Langs SH6 verlaten we Nelson, een sympathiek stadje. Snel gaat het weer de bergen in en laat zich ook de zon zien. In Rai Valley nemen we de afslag naar Tennyson Inlet aan de Deep Bay. De weg wordt smal en avontuurlijk met bochtenrijk geklim en dalen. We worden beloond met een mooi uitzicht op de Marlborough Sounds en een fijn lunchplekje aan zee. Wat is het hier rustig! Op de heen- en terugweg, zo’n 50 km, zijn we welgeteld 2 auto’s en 1 fietster tegen gekomen. Weg 6 gaat naar Pelorus Bridge waar we een wandeling door het regenwoud en langs de rivier maken. Verder via Havelock missen we de afslag, rijden terug, want we willen over de Queen Charlotte Drive richting Picton, een ‘scenic route’.
De Mahau Sound komt tot aan Havelock en boven op de heuvels is er naar 3 richtingen water te zien. We nemen opnieuw een zijweg, richtig Kenepuru Head. We komen weer langs de Mahau Sound waar een ‘kampeerterrein’ voor zelf containing campers’ is ingericht en waar welgeteld 4 campers tussen de pijlen mogen staan… Daar eten we met zicht op de zee, een mooie zonsondergang en een prachtige sterrenhemel.
Queens Gardens
in Nelson
Tennyson Inlet
Marlborough Sounds
Pelorus Bridge
Picton en Blenheim
Al hangen de wolken nog laag tussen de heuvels, het belooft opnieuw een mooie dag te worden. We gaan verder richting Kenepuru Head, een smalle slingerweg die op en neer langs de sound gaat. Er zijn weer mooie ‘views’ maar in Portage besluiten we om te keren, we verwachten eigenlijk alleen maar meer van hetzelfde. Ook de Queen Charlotte Drive naar Picton levert steeds een veranderende kijk op de Sound met dezelfde naam. Net voor Picton is een ‘lookout’ over het stadje en de haven, er komt net een boot van Interislander uit Wellington aan.
Het is inderdaad een stralende zon, maar Picton wordt er niet mooier door. We gaan de SH1 op richting Christchurch, niet om opnieuw te beginnen maar om in Blenheim (spreek uit ‘Blenum’) te komen. Ook dit stadje heeft behalve een klein parkje en een klokketoren weinig te bieden, we doen de plaatselijke Countdown aan voor wat boodschappen. Weer terug op de SH1 richting Picton laten we de wineries achter ons en slaan we af op de Rarang Road. We vinden een mooi plekje vlak aan zee voor koffie. Helaas mag je hier niet kamperen. Enkele kilometers verder in Rarang zelf mag dit wel, op een DOC terrein, ook vlak bij de kust. Daar zetten we de camper neer en gaan zelf in de zon zitten. Die verdwijnt echter achter de berg maar het is warm genoeg om buiten de zitten met een glaasje wijn erbij, we zitten tenslotte midden in de wijnbouwstreek. De kiwi’s maken verrassend lekkere wijnen, bekend zijn vooral de witte variaties, we drinken echter rood: Cabernet-Sauvignon, Merlot, Cabernet Franc en de Pinot Noir. Ook vanavond is er een buitengewoon heldere kijk op de sterrenhemel.
ferry
strand in Rarang
De oversteek
Het is grijs en later vanochtend begint het flink te miezeren. We gaan op ons gemak ontbijten en wat aanrommelen voordat we het half uurtje naar Picton rijden. We gaan in de rij voor de boot, afvaart 14.00 uur. De bewolking hangt laag tussen de bergen als we door de Sounds koersen, regent het af en toe wat; weer om binnen te zitten. De tijd vergaat maar traag en zo lijkt de overtocht langer dan 3 ½ uur te duren. Eenmaal op de Cook Strait begint de boel te deinen totdat we de beschutte baai van Wellington in draaien. Het is hier wat vriendelijker weer en we zien de ‘skyline’ van de stad. Het is al donker als we na een korte rit de camping (= parkeerplaats achter een motel) bereiken.
Daar nuttigen we een eenvoudig maaltje. De variatie van onze maaltijden is aangepast aan het aanbod, en dat is niet zo breed. Het is dus vooral rundvlees als steak of gehakt, aardappels of rijst of maccaroni en daarbij broccoli of bloemkool of sla-melanges. Ook de gepaneerde diepvriesvissen zijn lekker, net als de pies die we in onze oven kunnen klaar maken.
afvaart in Picton
door de Sounds
noordereiland in zicht
Wellington Bay
Wellington
Zondag, dus geen parkeerproblemen en we gaan met de camper de stad in. Het is nog vroeg en rustig als we naar de quay’s lopen. Van daar heb je mooi zicht op de Mount Victoria met aan de heuvels veel leuke traditionele houten huizen. De zon schijnt en er waait en frisse wind. Voorbij het Frank Kitts Park is de City-to-Sea-Bridge grotendeels van hout versierd in Maori stijl. Over de brug ligt de Civic Square met een zwevende bol van varens. We neuzen wat in de i-site en lopen door naar het Te Papa Museum of New Zealand, zowel de toegang als wifi is gratis. We maken een Skype verbinding met Tim en daarna met Bart, verder wordt de mail en Picasa verzorgd, dan ben je al weer 1 ½ uur verder. Nu het museum, een prachtig grote tentoonstelling over NZ, een paradijs voor kinderen, overal interactieve mogelijkheden; geen wonder dat er zo veel ouders met hun kinderen te vinden zijn. We kiezen voor het aardbevingshuis, zowel de herrie als het schudden viel ons alleszins mee. Er is buiten ‘Bush City’ waar verschillende landschappen zijn nagebouwd, en er is nog een grote afdeling voor Maori kunst. Genoeg museum, buiten schijnt de zon en we lopen door tot Truus iets van een markt ontdekt: inderdaad er wordt (door allemaal Chinezen) fruit en groente verkocht en er zijn overal tentjes met etenswaar. We hebben ondertussen ook trek en gaan eerst voor een Indiase Veggie rol en daarna voor Duitse braadworst in hotdog verpakking. We lopen bepakt met fruit terug langs de quay’s die nu druk zijn en laten alles in de camper achter.
Gesterkt met een kop thee/koffie nemen we Cable Car (soort tram aan staalkabels) die ons boven op de heuvels van de stad brengt. De terugweg voert door de Botanische Tuin en later door een Memorial Park, een soort kerkhof met graven van 1860 tot 1940. We doorkruisen nog een stukje het regeringskwartier met de Beehive (het parlementsgebouw in de vorm van een bijenkorf), nemen dan de camper om naar de Old St.Paul Church te gaan. Een kerk uit de begintijd van Welly en geheel uit hout gebouwd. Een prachtig staaltje vakmanschap is dit. Terug op de camping wacht de was.
aan de voet van Mount Victoria
City-to-Sea Bridge
Civic Square
in het Te Papa Museum
Cable Car
in de botanische tuin
Old St.Paul Church
Wellington en Wairarapa
Voordat we verder noordwaarts trekken staat eerst nog de kust ten zuiden van Wellington op het programma. Met het ochtendverkeer, we zien zelfs voor het eerst een file in NZ, gaan we door downtown Welly naar de Oriental Parade. Deze weg is het startpunt voor een toer langs een twaalftal baaien die allemaal bij Wellington horen. De zon doet haar best, we genieten van de tocht en komen via de Happy Valley weer downtown. We verlaten de stad via SH2 en daarna de snelweg om door Lower en Upper Hutt te rijden. Het is hier allemaal net iets minder dan in Welly, soms ronduit shabby. We doen boodschappen bij de Countdown, vullen de dieseltank en gaan verder. Het duurt nog even voordat de weg weer de bergen in kronkelt. We vinden een picknickplek om te lunchen voordat we in Featherston het Wairarapa gebied in gaan. Het is hier veel landbouw en wijnteelt, een zacht klimaat doordat de bergen van de Tararua Range het gebied afschermen. Het is hier rustig, je ziet vooral schapen en koeien. Via Martinborough komen we in Masterton, het centrum van dit gebied. We gaan de dump opzoeken om water te lozen en te vullen en gaan weer verder op de SH2. Op de kaart hadden we al picknickplekken gezien, en de tweede vinden we geschikt genoeg om er te overnachten.
Oriental Parade
Wairarapa
overnachtingsplek
naar Taranaki
De zon maakt het al gauw warmer en we gaan verder om na enkele kilometers in de mist terecht te komen. Na enige tijd stoppen we om koffie te drinken zodat de zon meer kans krijgt de mist te verdrijven. Als we verder gaan is dit ook gelukt. We zien een bord met de mededeling dat de SH3 door de Manawatu Gorge is afgesloten – onze route!
Er is een alternatieve weg van Pahiatua naar Palmerston North. In deze stad is de Massey University, een groot plein in het midden waar men heel trots op is en verder… ? Niet een plek die ons bevalt en we gaan door via meer secundaire wegen via Feilding en Marton tot we wel de drukke SH3 moeten nemen. Er zijn ook vrijwel geen ‘rest areas’ of het moet een strook gravel langs de weg zijn. Plotseling zien we in de verte de contouren van een enorme berg, dat moet de Mount Taranaki zijn. We vinden voor de lunch toch nog een acceptabele plek. De SH3 leidt door boerenland met weinig dorpen en oninteressante plaatsen naar Wanganui, een centrale plaats voor de Maori-gemeenschap. Op Durie Hill staat een monument en uitzichtspunt met blik over de stad, de rivier en de zee. Wanganui heeft een leuke hoofdstraat, een allee met bloempotten aan alle lantaarnpalen. Behalve enkele gebouwen in Art Deco stijl is er niet zo veel te zien.
Terwijl we doorgaan naar Hawera zoeken we al vast naar een slaapplek, tevergeefs. In Hawera gaan we niet naar het Elvis-Presleymuseum maar koersen naar een camping die op de kaart is aangegeven. We installeren ons vlak bij de surfkust van NZ. Helaas is het bewolkt, toch opeens torent boven de wolken de Mount Taranaki met zijn 2500m hoogte uit, inderdaad een haast volmaakte vulkaan - wow.
de SH3 in de Manawatu Gorge
Taranaki vanaf Durie Hill
op de camping
plotseling is er de Mt. Taranaki te zien
naar de Forgotten World Highway
Nog wat bewolkt maar verder in het zonlicht begroet ons ’s ochtends de Mount Taranaki al. We gaan richting berg totdat we een weg bereiken die ons langs de flanken van de vulkaan richting Oakura brengt. Het spel van wolken en de berg maakt dat het zicht erop voortdurend verandert. In het bij surfers goed bekende Oakura drinken we aan het strand thee/koffie. Na boodschappen in New Plymouth maken we in die plaats een wandeling in het Pukekura en het aansluitende Brooklands Park en lunchen daarna in de camper. De drukke SH3 brengt ons met veel kijkmomenten op de vulkaan naar Stratford. Er is daar een aardig openluchtmuseum (Pioneer Village) waar naar toe gebouwen uit de tijd van de settlers (19e eeuw) zijn verplaatst. Er zijn opvallend weinig mensen en we hebben het dorp met woonhuizen, winkels, werkplaatsen, kerk, school, station, brandweerkazerne en politiebureau met gevangenis haast voor ons alleen. Na afloop bieden we aan de soms onleesbaar vertaalde Nederlandse brochure opnieuw te vertalen, hetgeen dankbaar wordt aanvaard. In Stratford (inderdaad vernoemt naar de geboorteplaats van Shakespeare) start de Forgotten World Highway die ons richting Taupo moet brengen. Het wordt al snel heel rustig en er ontvouwt zich een bijzonder landschap mede gevormd door vulkanisme. Er zijn niet alleen weinig dorpen maar ook weinig plekken om de camper voor de nacht te stallen. De gevonden plek is heel stil met een prachtige sterrenhemel.
goede morgen, Mt.Taranaki
Oakura Beach
Pukekura Park
Mt. Taranaki in volle glorie
school in de Pioneer Village
Forgotten World en nogmaals Mt.Taranaki
richting Taupo
Na een koude nacht warmt de zon de camper snel op. We vervolgen de rit door de ‘vergeten wereld’. Het is er werkelijk prachtig, en ruw gebied met alleen vee op de weiden, vooral schapen en koeien en één keer varkens, prachtige bossen en af toe op de zadels (‘saddles’), zeg maar passen met mooie vergezichten. Mensen kom je bijna niet tegen, ook de weg heb je grotendeels voor jezelf. Het enige dorp (nou ja) van betekenis heeft zichzelf ooit tot republiek uitgeroepen (slogan “poodle for president”), dit Whangamomona is goed voor een fotostop. Langs een zijweg (Moki Road) vinden we een fijne plek in de zon voor de koffie. Er zijn alleen ‘natuurgeluiden’, voornamelijk heel veel vogels. Naast een tunnel (1 rijbaan) is er ook nog 12 km onverharde weg en bij de Ohura rivier een mooie plek langs het water voor de lunch.
De weg daalt naar Taumarunui om weer in de bewoonde wereld terecht te komen. We benutten de plaatselijke bieb voor het internetgebeuren en zoeken de SH4 op. Deze hoofdweg verlaten we al snel voor de SH41 richting Turangi. We spieden weer naar een geschikte plek voor de nacht, dit lukt pas op een parkeerterrein net voor Turangi. Wel ligt de parkeerplaats wat hoger met uitzicht over het hele Taupomeer. Vannacht slapen we op de flank van een krater, want het meer vult de caldera van een vulkaan die 30.000 jaar geleden is uitgebarsten.
Lake Taupo vanuit ons overnachtingsplek
Taupo en naar de oostkust
Er was schitterend weer beloofd maar we ontbijten onder een bewolkte lucht. In Turangi is het boodschappen doen in de New World en daarna nog de i-site voor info en toilet.
Langs de oevers van de Lake Taupo gaat het naar Taupo zelf, zoals we al hadden verwacht lijkt dit een beetje op Queenstown op het Zuidereiland, niet ‘our piece of cake’. Wel goed om er afvalwater te lozen.
Net buiten het stadje ligt een aardige waterval, de Huka Falls. Het water wordt tussen de rotsen door een opening van zo’n 10 m geperst.
Nu gaat het oostwaarts op de SH5. Weer zo’n route die door een vrijwel verlaten gebied voert. Als er in Taupo staat dat de volgende pomp over 150 km is, zegt dit al genoeg.
Eerst is het gebied vrij vlak met veel productiebos en naaldbomen die in het gelid staan. Later gaat het door meer bergachtig gebied. Daar stoppen we voor de lunch. Uiteindelijk belanden we in de Hawke’s Bay, een van de wijnbouwgebieden. Helaas is het nog steeds bewolkt, toch besluiten we in Bay View, zo’n 10 km voor Napier een camping op te zoeken. Dit was een goede keuze, want de zon begint uitbundig te schijnen en we genieten in onze stoelen van ons aandeel van de 2200 uur zonneschijn die dit gebied per jaar krijgt. Het strand ligt langs de camping, ook hier bestaat het strand zoals meestal vooral uit stenen en wat zwart vulkanisch 'zand', maar heeft wel zicht op de kustlijn van Hawke’s Bay.
Lake Taupo
Taupo
Huka Falls
Hawke's Bay
Napier en verder
Op deze zaterdagochtend staat Napier op het programma. De stad is nu misschien de mooiste van NZ, nadat Christchurch zo grondig is vernield. Ook deze stad werd in 1931 volledig verwoest door, inderdaad een aardbeving. Nadien is de stad herbouwd waarbij men de architecten van de jaren 30 in de vorige eeuw vrije hand liet. De meeste gebouwen in de binnenstad zijn derhalve Art Deco, van buiten en vaak ook van binnen. Veel details zijn behouden, zoals deuren, lambrizeringen, stenen versieringen en glas—in-loodramen. Badend in de zon beïndrukken ons de gebouwen zeer. Na een kort intermezzo in de bieb, even internetten, gaan we weer noordwaarts.
We verlaten het wijnbouwgebied van Hawke’s Bay. SH2 slingert weer de bergen in. Het landschap is landelijk mooi zonder spectaculair te zijn, zoals zo vaak, vrij verlaten. Er is een mooi meertje, een grote ijzeren spoorwegbrug waar we lunchen en de Whakaki Lagoon voordat we in Gisborne komen. Omdat we de komende dagen geen grote plaats aandoen worden de koelkast en de provisiekast net als de dieseltank gevuld. Net voorbij Gisborne staan kampeerplekken op de kaart. Ze liggen er inderdaad, aan de kust, maar zijn ‘closed’. We hadden al eerder gezien dat bepaalde voorzieningen maar tot Pasen open zijn. Even verder gaat een weg naar een Marine Reserve, dicht bij het strand is er zelfs een wc-gebouwtje en vooral plek om er neer te strijken. De ondergaande zon achter de schapenwolkjes wordt begeleid door het ruisen van de Pacifische Oceaan.
naar de Bay of Plenty
Al snel maakt de zon het warmer en start deze zondag. Het gaat verder op de SH43 en voorbij Tolaga Bay. De eerste stop is in Tokomaru Bay waar we tot aan de zee kunnen rijden voor onze thee/koffie break. Het duurt even voordat we ons losmaken van de picknicktafel die zo lekker in de zon staat.
We gaan niet in het warme bad bij Te Puia Springs, maar we stoppen wel in Tikitiki voor de Maorikerk St.Mary. Deze kerk is overdadig versierd met vooral houtsnijwerk en versieringen in de stijl van de Maori. En elk kontje heeft een kussen op de bank. Dit is ook het meest oostelijke punt waar we komen, bijna 178 graden 30 minuten.
SH43 wordt een verschrikkelijk slechte weg, zo erg dat er zelfs een fles wijn uit de kastjes wordt geslingerd die dan ook kapot valt. Dit wordt opruimen.
In Te Araroa is weer een mooie plek aan zee, daar gaan we lunchen en de rest van de schoonmaak doen. Er moet daar op het schoolplein een 250 jaar oude pohukatawa boom staan, die we niet kunnen vinden, maar we weten ook niet hoe die er eigenlijk uitziet…
We nemen nog een kijkje in Hicks Bay (al met de slaapplek in ons achterhoofd), doorkruisen weer leeg berggebied en komen aan de kust van de Bay of Plenty. Bij Orualti Beach is een goede plek om voor de nacht te gaan staan. We worden beloond met een mooie zonsondergang en het vertrouwde ruisen van de zee.
Tokomaru Bay
St.Mary
Dag met avontuur
Het avontuur komt later, eerst is er veel zon langs de Bay of Plenty. In Te Kaha bewonderen we het mooi houtsnijwerk op de toegangspoort tot het schoolplein, onderdeel van een ‘marae’ (gemeenschapscentrum).
Op Hawai Beach is het tijd voor thee/koffie en een uurtje zitten in de zon. Voorbij Opotiki verlaten we de Pacific Coast Highway voor de Wainui Road, die door wetlands gaat. We lopen op planken naar een zoutmoeras en in Ohope is er een mooie plek aan zee voor de lunch. Via Whakatane nemen we de weg naar Rotorua.
Daar is het druk, supertoeristisch en we beperken ons tot een wandeling door het Kuirau Park. Daar zijn verschillen geothermische verschijnselen midden in het park zoals hete stoom, warme vijvers, borrelende modderpoelen, een voetenbadje in warm water, overal stinkt het naar zwavel.
We verlaten deze ‘poort tot de hel’ weer noordwaarts en komen langs de SH36 een uitgebreide voorziening tegen waar je mag overnachten. De beheerder vertelt vol trots dat er ook een wandeling is waar je glimwormpjes kunt bewonderen. Na het eten duiken we het bos in en naarmate we verder komen wordt het steeds donkerder. Met behulp van de zaklamp komen we verder totdat het ding leeg is. We gebruiken de tweede zaklantaarn, ja die hebben we meegenomen, totdat we een tunnel onder de weg bereiken en daar zijn duizenden van die beestjes te zien, zo veel dat de tunnel er bijna door wordt verlicht. Ondertussen is het stikkedonker in het bos en begint de tweede zaklantaarn minder te worden. De weg horen we wel maar door de begroeing kunnen we daar niet zo maar komen. Door de lamp steeds aan en uit te zetten lopen we verder.
Na verloop van tijd komen we een bordje tegen dat aangeeft dat ons doel terug is. We zijn dus de weg kwijt! We blijven echter doorlopen en bereiken een zandweg. Die volgen we totdat we op de highway komen. En nu? Links of rechts? We houden een auto aan die ons kan vertellen welke richting Rotorua ligt en die kant moeten we op. We zien al de lichten van het camp, als een behulpzame automobilist voor ons stopt. We hebben het met een flinke omweg gered. Terug in de camper is de rugtas van Truus open en mist ze haar e-reader. We lopen terug tot het punt waar de automobilist stopte, helaas zonder succes. Dus gaan we morgenochtend nog eens de route lopen, indien nodig met omweg. Bij de vallende ster die we zien wensen we echter iets beters.
Te Kaha: poort van de marae
Kuirau Park
naar Coromandel
Het is nog frisjes als we met de eerste zonnestralen de wandeling van gisteravond nog eens overdoen, doel is het vinden van de e-reader. Het is een mooie wandeling, nu wel zonder glimwormpjes. We ontdekken wat we hebben ‘fout gedaan’. Op een bepaald punt gingen we rechtsaf, blijkt er ook linksaf een pad te zijn met een schuilhut, bankjes en een barbecue én het vervolg van de route. Helaas hebben we de e-reader niet meer gevonden.
Door alle drukke bezigheden zijn er vandaag geen foto's genomen.
We rijden door naar Tauranga. We doen wat boodschappen en vragen in een elektronicawinkel naar een e-reader. Die hebben ze in veel winkels met namen die we niet kunnen onthouden, allemaal downtown. Bij een van die grote Warehouse-winkels weten ze een naam: Wickels. Wij gaan in Tauranga naar de e-site om te vragen waar die winkel is. Na wat heen en weer zoeken en praten vermoedt men Withcoulls, een boekhandel. Daar hebben ze alleen een showmodel van de Sony die we willen maar in de Bayfair Mall hebben ze meer en zou er een voor ons worden gereserveerd. Dom genoeg hebben we geen plattegrond meegenomen en vinden dus die Mall niet. Na wat Nieuwzeelands met Engels/Hollands accent te hebben gebezigd komen we op de i-site van Mount Maunganui uit waar men ons de weg wijst.
In de filiaal weet men verder van niets maar verkoopt ons toch de gewilde e-reader.
Zo voorzien zoeken we de SH2 op die ons vliegensvlug, het is een grote racebaan, tot Katikati brengt waar we langs de weg lunchen.
Niet ver voorbij Katikati is de afslag naar Waihi Beach, waar we de plaatselijke Kiwicamping opzoeken voor het ritueel douchen, wassen, spullen laden.
Helaas voelt Truus zich ’s avonds niet zo lekker, maar er kan weer worden gelezen!
Coromandel
We starten vanochtend op ons gemak. Het is vandaag een feestdag, ANZAC-Day. In Waihi is nog alles rustig als we het historische station verkennen. Er vertrekken daar alleen nog toeristentreintjes.
De SH25 maakt deel uit van de Pacific Coast Tourist Route en leidt ons helemaal door het schiereiland Coromandel. We verlaten de weg even om bij Opoutere de kust op te zoeken. Op een plek met ongeloofelijk veel vogelgeluiden hebben we een pauze.
We komen door alle plaatsen die in het zomerseizoen soms aan inwoners vertienvoudigen, nu zijn er amper toeristen te zien.
In Whitianga kunnen we weer bij de kust staan, stoelen buiten in de zon en lunchen. Truus wordt zelfs verleid tot een wandeling in de ondiepe zee. De zee heeft hier in één baai wel 4 verschillende kleuren, heel apart. Het is een bijzonder gebied met een prachtige natuur, er zijn zelfs nog hippies die hier hun heenkomen zoeken.
Na een flinke pas ligt Coromandel Town aan de Hauraki Gulf. De weg volgt nu precies de kustlijn, het is er vandaag vrij druk met veel dagjesmensen die hun boten in alle maten op hun aanhangwagen hebben geladen.
Helaas is het in de hele kuststrook vergeven van bordjes met “no camping/no overnight stay” zodat we in Thames aankomen zonder een plek te hebben gevonden.
We nemen de weg naar de Kauaeranga Valley, nadat deze van asfalt naar zandpad is veranderd is er een (gesloten) bezoekercentrum. Er liggen daar in het hele dal kampeerplekken, we kiezen de dichtstbijzijnde. Staat daar toevallig de beheerder klaar om meteen de ‘fee’ te innen. Blijkt dit een man te zijn die 30 jaar geleden uit Nederland was geëmigreerd, zijn Nederlands was nog vlekkeloos. We delen wel een heel weiland met nog een stel in een stationcar.
En ’s avonds wordt er gelezen!
Waihi station
Whitianga
naar Auckland
Alles is nog nat van het dauw, maar na het ontbijt heeft de zon de boel opgedroogd. Via Thames gaan we verder en maken voor het eerst kennis met ‘de weg niet goed aangegeven’. Als we weer op SH2 uitkomen, wat niet de bedoeling is, blijkt dat we de verkeerde kant zijn opgestuurd. We gaan weer terug richting kust en vinden een fijne plek in de zon – thee/koffiepauze.
Via Clevedon en Whitford bereiken we de buitenwijken van Auckland en gaan even langs een enorme winkel van Pak’n'Save. Auckland blijkt uit te blinken met het slecht aangeven van bestemmingen. Die plaatsen op de kaart staan niet op de borden en andersom. Als je ergens rijdt weet je niet waar je bent.
Het lukt ons toch om naar de wijk St.Heliers te komen. Daar start de Tamaki Drive langs de Mission Bay. Je hebt er ook mooi zicht op de skyline van de stad. Je komt vanzelf op de Quay Street, tussen de binnenstad en de haven. We rijden nog door de binnenstad heen, snelle sightseeing, voordat we SH1 nemen over de leuke Harbour Bridge noordwaarts.
We hebben een route uitgestippeld om SH1 (een vierbaans snelweg) te vermijden. Na veel gekreun, weer omdraaien en mopperen komen we weer in de buurt van de SH1 die we dan maar opdraaien.
Via de East Coast Road komen we in Orewa en verderop in Waiwera, waar we bij gebrek aan overnachtingsplekken een camping zoeken. Die keuren we echter af als te shabby en rijden door. Een goede keuze, even verder is de Wenderholm RP, daar is een prachtige kampeerplaats en mag je staan als je eerst een nummer hebt gebeld, aangemeld en de kosten ($ 10) in een envelop in een bus hebt gedeponeerd. Het is er prachtig, bijna net een park, op 1 minuut lopen van de kust.
in St.Helier
skyline
city
Harbour Bridge
Wenderholm Recreational Park
Far North
’s Nachts hadden we de druppels al gehoord en ’s ochtends regent het nog. Even later begeeft de waterpomp voor het campergedeelte het. We hebben geen zin in verloren tijd in een werkplaats en besluiten het dan maar nog enkele dagen met flessen te doen.
Als we vertrekken breekt langzaam de zon door en spoedig zitten we op de drukke SH1. Voorbij Wellsford begint het Far North County, we slaan af richting kust en vinden een rustige pauzeplaats in Mangawhai. De kustweg tot Waipu is schitterend, daarna wacht weer de SH1. Helaas gaat een groot deel van de Twin Coast Tourist Route noodgedwongen over die hoofdweg.
In Whangarei, gaan we langs de i-site om wat te regelen en te vragen voor de vlucht maandag, we lozen afvalwater en lopen de stad in op zoek naar de bibliotheek. Helaas mislukt internetten daar net als later bij de Mac. Wel tracteren we ons op een lekker frietje met appelgebakje na. Het is ondertussen een warme, zomerse dag geworden.
We blijven op de hoofdweg tot we in Kawakawa een verwijzing naar een i-site vinden, kunnen we vragen naar goede kampeerplekken. We nemen een afslag te vroeg en willen terug. Bij het achteruitsteken ziet Peter een auto achter de camper niet. Er is wat lak van de bumper van het oude beestje, maar de bestuurster wil toch een regeling. Uiteindelijk belanden we, zij is een Australische, op het politiebureau om de papierwinkel te regelen. Wat een gedoe om een ‘schade’ van niets.
De SH11 leidt ons naar Paihia/Waitangi. Een verschrikkelijk toeristische bedoening. Waitangi is bekend van het verdrag dat daar met de Maori’s is gesloten en voor iedere kiwi een must, niet voor ons.
Net voor Haruru Falls staat er een bordje, een getekende camper + $9 per nacht de man. Een prima terrein, stroom, water, zelfs een wc. Vanavond genieten we weer van een lekker steak uit onze oven.
Mangawhai
ook voor akkefietjes
Paihia
weer zuidwaarts
Haruru Falls is het noordelijkste punt op onze rondreis. We krijgen onderweg naar de westkust regelmatig mooie regenbogen te zien, zelf krijgen we geen buien.
In Omapere houden we pauze, er zijn daar schooiende kippen en een mooi uitzicht op de Hokianga Harbour. Wat later stoppen we in het Waipoua Forest, een bijzonder mooi regenwoud. Er staat daar Tane Mahuta, de grootste Kauriboom ter wereld en tussen 1500 en 2000 jaar oud. In het hele bos staan nog tig Kauribomen, allemaal prachtig. Vanaf een uitzichtspunt kun je het bos overzien, helaas is het wat heiïg.
In Dargaville, een heel mistroostige plaats, doen we wat boodschappen en lunchen bij gebrek aan beter op het parkeerterrein. De bieb is dicht, dus nog steeds geen internet. Bij het vertrek begint de camper moeilijk te doen, wil niet goed optrekken. We denken, nee, dit niet op zaterdag. Nadat we een tijd hebben gereden doet hij het weer gewoon (vuiltje ?).
In Brynderwyn komen we op de SH1 die we in Wellsford verruilen voor de SH16. Die slingert door heuvelland met zicht op de Kaipara Harbour. In Helensville kost het enige moeite de camping te vinden. Deze Parakai Hot Spring Campsite willen we gebruiken voor de hete douches enz. Helaas blijkt die camping een zeperd, matige toiletgebouwen, rommelige optrekjes enz. We hebben echter genoeg gereden en blijven. We beginnen met het opruimen van de camper, het achterlaten van spullen die we niet meer nodig hebben in de keuken van de camping, die vliegreis overmorgen komt onherroepelijk in zicht.
Hokianga Harbour
Omapere
op audientie bij Tane Mahuta
Opnieuw Auckland
Onze laatste ‘echte’ dag in NZ start op de meest verschrikkelijke rommelcamping die we ooit hebben gezien, vlak bij Helensville. Snel, maar 30 km, zijn we in de buitenwijken van Auckland en doen voor de allerlaatse boodschappen een Pak’nSave aan. Onderweg was de honger van de dieseltank al gestild. De plaatselijk Mac heeft geen Wifi, even verder zien we een bordje voor een internetcafé. Daar brengen we een uurtje door om alle mail af te werken en e.e.a te uploaden.
Ons volgende doel is het Arataki Visitor Centre in de Waitakere Ranges, een berg- en natuurgebied ten westen van Auckland. Na wat omzwervingen, het al eerder benoemde gebrek aan goed bewegwijzeren plus onze manier om naar kaart en werkelijkheid te kijken is daar oorzaak van, wacht een mooi uitzicht op het regenwoud, de Manukau Harbour en Auckland in de verte.
We kopen ons permit om in Cornwallis aan de inham (de Manukau Harbour) te mogen overnachten.
Het is daar druk met mensen die wandelen, de hond uitlaten, in de zee zwemmen, vissen en later bbq’en. Er komen wat regenbuien langs, we doen een wandeling langs het strand. We zien eerst een, daarna nog een kea, een NZ papegaai, helaas deed het fototoestel (of de fotograaf) moeilijk, onscherp resultaat, papegaaien weg.
Truus zei, we kijken op de terugweg en dan wil ik ze alletwee tegelijk in één boom zien. En dat gebeurt! Ook de foto’s worden beter.
Truus zegt, we hebben hier nog geen onweer gehad; even later is er bliksem en donder.
Nu maar hopen dat de andere wensen ook zo goed uitkomen.
Onderweg naar de wc ziet Peter glimwormpjes in de struiken die we later samen opnieuw gaan opzoeken. Aan de overkant van de baai ligt Auckland International Airport, we horen regelmatig de vliegtuigen vertrekken. Dit is wat ons morgen wacht.
Manukau Harbour
Arataki Visitor Centre
Cornwallis
kea's
Auckland by night
Vertrek uit NZ
’s Nachts had de regen al op het dak getrommeld, ’s morgens is het wat druilerig als we ontbijten. Het wordt toch weer wat fraaier weer, zodat we buiten kunnen zitten. De campervan wordt opgeruimd, de koffers gepakt, als lunch maken we de laatste pie’s warm en gaan daarna op pad. We gaan langs een camping waar we alle containers kunnen legen, vullen de dieseltank aan en gaan naar de One Tree Hill. Je kunt er met de auto tot aan de top rijden. Helaas is het ondanks de zon wat heiïg. Even later raken we weer de weg kwijt, komen toch richting vliegveld en laten het geplande relaxen in een parkje zitten. We brengen ons trouwe huis op wielen terug. Na de nodige formaliteiten worden we door een Zwitserse, kunnen we Duits praten, op het vliegveld afgeleverd. De meeste vluchten hier vertrekken naar Australië en de Pacifische eilanden, verder naar China, Singapore en Hong Kong. Deze laatste heeft de eer ook de laatste te zijn (23.39 uur), dus dit betekent wachten.
New Zealand Airways vertrekt een half uur te laat, kort na vertrek komt het bekende filmpje over de veiligheidsmaatregelen, maar nu NZ style.
naar Hong Kong
Het vliegtuig is behoorlijk vol, dus nu geen banken om op te liggen. Toch lukt het ons te gaan slapen en als we wakker worden vliegen we al boven de Filippijnen en is het nog 2 ½ uur te gaan. Dan valt zo’n vluchtduur van 11 uur wel mee. De kist gaat na de landing 2 uur later door naar Londen, die 12 uur vliegen hadden we ook nog aangekund.
Het vliegveld in Hong Kong is ongewoon rustig, waarschijnlijk vanwege feestdag 1 mei en het vroege tijdstip (8 uur). Zelfs de train naar de stad is vrijwel helemaal leeg. We hadden ons voorzien van een ticket waarmee je de ritten van en naar het vliegveld + 3 dagen onbeperkt metro en busgebruik kunt doen. Om de eerste dag nog niet te laten ingaan kopen we met veel gedoe een los kaartje voor het vervolgtraject met de metro. De machine accepteert niet eens een biljet van 100 HK$ (10 euro). Een wieltje van de kleinere koffer begeeft het en we pakken de bus. Eerst met behulp van omstaanders uitzoeken welke lijn je moet hebben en dan moet je in de bus gepast cash betalen.
Het hotel is prima, geen Hilton, maar daarom ook beduidend goedkoper.
We wandelen naar Mong Kok, daar is een bloemenmarkt, een goudvismarkt en meer van dit gedoe en het is er verschrikkelijk druk. We vinden een eettentje waar we niet eerst in de rij moeten staan en kijken of het nog lukt met stokjes te eten. Blijkbaar vindt men van niet want men brengt een vork. We kopen nog een stroomadapter, vinden een soort supermarkt, slaan wat in en vinden de zweetboel even genoeg. Het is 31 graden en bewolkt, in de 90% luchtvochtigheid, dus een beetje sauna.
Mong Kok
trein van de luchthaven naar Hong Kong
hotel Caritas Lodge
Hong Kong - dag 2
Als we het hotel verlaten is het al drukkend warm en bewolkt. De eerste wandeling brengt ons naar het Mong Kok East Station met bijbehorende mall. Het is er bijna uitgestorven want de winkels gaan pas om 11.30 uur open. Er is trouwens niet de supermarkt waarop we hadden gehoopt. Per MRT gaan we naar het Hung Hom Station en over overdekte ‘skywalks’ naar de Mandarin Plaza. Daar kopen we water en gaan zitten kijken naar de passanten. Er is in dit gebied buiten een rookverbod. Verderop ligt tussen de wolkenkrabbers een sportveld en daarnaast een kinderspeelplaats. Via skywalks komen we naar de Hong Kong Bay. Daar waait en lekker windje en we wandelen via de Promenade naar de Avenue of Stars. Elke (Chinese) filmster heeft daar een plaatje en zijn handen in het beton gedrukt, hoogtepunt is een standbeeld van Bruce Lee, dit en Jackie Chen zijn trouwens de enigen die we kennen. De Chinezen zijn er allemaal dol op en moeten er mee op de foto,
We vinden een zitplaatsje in de schaduw en kijken enige tijd naar al die Chinese toeristen.
Onze wandeling eindigt bij de Star Ferry en we nemen de veerpont van Kowloon naar Hong Kong voor de astronomische prijs van HK$ 2,50 = 25 eurocent. De pont biedt een mooi zich op de skylines (die van Kowloon en die van Hong Kong) met als hoogtepunt de ICC toren met 118 verdiepingen, dus zo’n kleine 400 m hoog.
In de chique ifc mall vinden we een heuse supermarkt, maar daar zijn voornamelijk Westerse producten te koop tegen super prijzen.
Per MRT komen we terug in Mong Kok met ondertussen een knorrende maag. We vinden een aardig restaurant, een vegetarische tent waar men men vlees- en visgerechten nabootst met groente, het ziet er dus uit als zeevruchten, heeft bijna dezelfde structuur maar is puur groente. We eten daar bijzonder lekker! Na wat zoeken vinden we de supermarkt waar we gisteren ook waren en lopen dan terug naar het hotel. De laptop en de e-reader zijn onbereikbaar, ons kluisje is lo-batt en er moet de hotelmanager aan te pas komen om het ding weer open te krijgen, Dit naar de nodige oefeningen in Chinglish. Peter geniet ’s avonds van een heerlijk koud flesje Qingdao beer, nog bekend van onze reis in China, een volgens de drinker een van de lekkerste bieren die er zijn.
skyline van Hong Kong
ICC Tower
Avenue of Stars
op de ferry
Ferry Terminal
vegetarisch restaurant
Hong Kong - dag 3
We vragen naar de bus om downtown te komen, blijkt onze Octopus-kaart daar niet te werken. Ze hebben in HK verschillende busmaatschappijen die niet samen werken, heel handig. Dus dan maar weer met de Metro naar Central. We willen een boottocht doen maar zijn te vroeg, eerste vertrek pas om 10.20 uur. We nemen een stukje de ‘Travelator’, een roltrap van 800m die naar Midrange HK leidt, dus bergopwaarts, naar waar de yuppen wonen. Tot 10 uur gaat de roltrap naar beneden, daarna omhoog. Via wat markten lopen we terug naar de haven. Het valt op dat er geen vliegen zijn ondanks een grote hoeveelheid vis en vlees op de markt.
We nemen een rondtoer door de haven, ondanks een laag wolkendek is dit indrukwekkend. ’s Middags op de hotelkamer maken we gebruik van internet om e.e.a. uit te zoeken en tegen de avond gaan we vlakbij het hotel eten. Ja inderdaad, Chinees.
Om half acht staan we weer an de haven, aan de kant van Kowloon en wachten met duizenden anderen op de ‘Sound and Light Show’. Die begint 8 uur, precies op dat tijdstip breekt een tropische bui van zo’n 3 minuten los, voldoende om volledig doorweekt te raken. Met bedruppelde bril en een nat pak zien we de gebouwen met hun verlichting spelen, laserkanonnen in actie komen en dit alles op het ritme van de muziek op de achtergrond. Heel leuk maar helaas na 15 minuten afgelopen. We wandelen langs het water richting Hung Hom Station, kopen in een mall een vervanging voor de koffer met het gebroken wiel en gaan met onze buit terug naar het hotel. Daar blijkt Tim online te zijn en we skypen nog een tijdje met hem.
Sound and Light Show
Hong Kong - dag 4
Lekker lang slapen, dus we komen wat langzaam in actie. Maar omdat het leven hier toch pas na 10 uur op gang komt is dit niet erg. Vanaf het metrostation Central lopen we naar de ‘Travelator’ (roltrap) en gebruiken dit tot het einde aan de Conduit Road. Op de plattegrond staat een wandeling van 20 min naar het dalstation van de Peak Tram. Omdat we geen Olympiërs zijn en de wegen in HK domein zijn van de auto’s, en voetgangers er meestal geweerd dan wel gedoogd worden plus het feit dat de bewegwijzering voor ons doel ontbreekt, doen we er bijna 1 uur over. De tram brengt ons met uitzicht op grappig scheve gebouwen vanwege de steile helling naar de piek, zo’n 20 m onder het wolkendek. Blij dat we hier ooit eerder hadden gestaan en van de schitterende uitzicht hadden genoten kijken we naar een heiïg geheel en gaan weer terug met de tram. We willen van het station met één van de hop-on-hop-off bussen van Rickshaw verder, maar die komt maar niet. Er komt wel een bus van Big Bus Tours, de chauffeur verkoopt geen kaartjes maar neemt ons wel mee naar Central om daar een kaartje te kopen. Die kosten voor 24 uur echter 350$, bij Rickshaw is dit maar 50$ en voor senioren 25$. Wij gaan dus verder met de goedkopere club. Eerst doen we een stop bij de bakker waar we wat zoete broodjes kopen en meteen oppeuzelen.
Er zijn bij Rickshaw twee routes, elk op Hong Kong Island, een naar de Causeway Bay, de andere naar Sheung Wang. Een gemakkelijke manier om boven in de open bus uitzicht op de honderden torens te hebben.
Terug in Mong Kok gaan we naar de super en dan weer naar het vegetarische restaurant van eergisteren om opnieuw te smullen. We kopen nog twee zakken van de smakelijke thee die er wordt geserveerd, blijkt dit groene thee uit Japan te zijn (Genmaicha).
Op de thuisweg begint het te druppelen en even later genadeloos tropisch te gieten. Schuilen onder de bomen helpt ook niet, dus komen we doornat in het hotel aan.
Later op de avond een andere Sound en Lightshow: hevig gebliksem en gedonder waarbij vooral de donder tussen al de gebouwen heel apart is (net als in de bergen).
vertrek uit Hong Kong
De planning was om rustig te starten, de koffers te stallen en dan in Mong Kok wat te eten voordat we richting vliegveld zouden gaan.
Het regent, dus checken we net voor twaalven uit en lopen het korte stukje tot de bushalte. We hadden uitgezocht dat lijn 104 ons vlak bij Hong Kong Central gaat afleveren, en dat voor 1 euro de man!
Net als de busreis gaat ook de treinrit naar de Airport vlekkeloos. Er is echter iets aan de hand met onze e-tickets en we kunnen niet inchecken. KLM is niet vertegenwoordigd, dus moeten we wachten tot om 8 uur de balies opengaan.
We verdoen de tijd met kijken, eten, puzzelen, wat rondstruinen totdat we verder kunnen.
Nu blijkt Hong Kong Airport geen lounges te hebben maar alleen stoelrijen bij de gates.
Keurig op tijd vertrekt de KLM Boeing 777.
APM = Automated People Mover
uitzicht vanaf onze wachtplek
weer thuis
Tijdens de vlucht van 12 uur hebben we in het volle vliegtuig toch nog redelijk kunnen slapen.
Net voor 5 uur 's ochtends landen we op Schiphol. Daar staan Lenie en Hennie klaar om ons op te halen.
Thuis is de verrassing groot als Tim in de keuken staat en een ontbijt heeft verzorgd. Alle kinderen komen binnen en schuiven aan, ontzettend leuk en gezellig.
Terugkijkend vinden we onze rondreis in Nieuw Zeeland geweldig. De tickets, het hotel in Singapore en de huurauto waren keurig geregeld door World Ticket Service.
Nieuw Zeeland heeft duidelijk een noorder- en een zuidereiland. In het zuiden is het net meer 'easy going', is het rustiger, minder druk (nou ja druk), en is het natuurschoon net iets gevariëerder en rijker dan in het noorden. Maar overal zijn de mensen bijzonder aardig.
Het verblijf in de camper bevalt ons heel goed, het is niet krap en levert enorm veel vrijheid op.
Vanwege de reistijd (herfst) kozen we eerst voor het zuidereiland, meestal doet men dit andersom en dit is ook aan te bevelen.
De steden Singapore en Hong Kong zijn handig om niet twee lange vluchten achter elkaar te hebben maar het contrast met Nieuw Zeeland is wel heel groot. Hitte en drukte hebben we bij de Kiwi's niet meegemaakt.